Ik ben Gwen, ik word dit jaar 27, ik studeer nog en heb momenteel geen relatie. Van jongs af aan heb ik het idee van een huisje-boompje-beestje leven al afschuwelijk gevonden, hoewel ik lange tijd zelf niet echt begreep waarom. Het idee dat mijn leven zou draaien om het krijgen van een baan, man, huis, kinderen en een hond leek me verschrikkelijk. Ik weet inmiddels dat dat voornamelijk komt omdat ik graag een inspirerend, onconventioneel leven wil leiden vol met avonturen, creatieve uitspattingen en ruimte en tijd om te doen wat ik zelf wil. Kunst maken, schrijven, mijn eigen kleine huisje bouwen, lopend de wereld rond, een eigen bedrijf beginnen, een community garden planten en daaruit koken voor de hele buurt, me actief inzetten voor feminisme of klimaat, vier maanden lang vogelwachter zijn op een onbewoond eiland in de Waddenzee…
Het idee dat mijn leven zou draaien om het krijgen van een baan, man, huis, kinderen en een hond leek me verschrikkelijk.
Al zolang ik me kan herinneren zit ik vol van dit soort ideeën. Twee jaar geleden had ik een tijdje iets vaags met een man die bij zijn vriendin was weggegaan omdat zij geen kinderen wilde en hij wel. Toen besefte ik me dat ik onbewust altijd in mijn achterhoofd heb gedacht, oké, dit creatieve, onbevangen, ongeplande, heerlijke vrije leven kan ik leiden, tót ik kinderen heb. Dat idee gaf me altijd een beetje een ongemakkelijk gevoel, ook omdat ik niet voor me zag hoe dat leven met kinderen er dan uit zou zien, en hoe dat me gelukkig zou maken, en hoe ik dan nog tijd zou hebben voor de dingen die ik zelf belangrijk vond. Maar dat deed ik in gedachten altijd af als “dat komt vanzelf”, of “dat zie ik dan wel”, maar toch bleef ik me er zorgen over maken.
Ik dacht over kinderen altijd “dat komt vanzelf”, of “dat zie ik dan wel”
Het idee dat ik überhaupt kinderen zou krijgen baseerde ik op het feit dat ik af en toe gedachten had als “als ik kinderen heb, dan…” of “met mijn kinderen zou ik…”, zonder me te beseffen dat deze gedachten eigenlijk voort kwamen uit de maatschappelijke verwachting dat kinderen krijgen er gewoon “bij hoort”, alsof het een soort natuurlijke koers is die je leven aflegt. Toen ik dat doorhad, besefte ik me ook dat ik ervoor kon kiezen om géén kinderen te krijgen, en mijn leven te wijden aan mijn creatieve ideeën en de alternatieve invullingen die ik altijd al voor ogen had gehad. Toen ik dit besefte viel alles ineens op zijn plek, het voelde echt alsof er een last van mijn schouders viel. Ik kreeg weer zin in de toekomst in plaats van me er vooral zorgen over te maken.
Mensen in mijn omgeving hebben vooral een houding van “wacht maar” en reageren terughoudend en verschrikt als ik zeg dat ik erover denk om me te laten steriliseren.
Wat als je spijt krijgt?
“Wat als je spijt krijgt?” hoor ik dan vaak. Ik vind het best vreemd dat dit zo’n veel voorkomende gedachte is, want eerlijk gezegd lijkt het me vele malen verschrikkelijker om spijt te krijgen van kinderen die ik wél heb gekregen. Daarnaast denk ik dat je een bewuste keuze maken om geen kinderen te krijgen los kan staan van of je kinderen zou willen of niet. Omdat er veel meer komt kijken bij het krijgen van een kind dan alleen het feit dat je het “wil”. Vaak wordt er alleen stilgestaan bij de vraag “wil je het, ja of nee”, en dat is het. Maar het is iets heel groots dat je aangaat voor het leven, je bent verantwoordelijk voor iemand anders, je moet je eigen doelen en behoeften vaak opzij schuiven, het kost enorm veel tijd en energie (en geld), je kind kan anders zijn dan je verwacht of misschien leuk vindt, en het kind wordt uiteindelijk een volwassene met misschien wel totaal andere ideeën dan jij.
Zoals Liesbeth in haar boek schrijft, op het moment dat je hardop zegt dat je geen moeder wordt, het moment dat je kinderloosheid dus eigenlijk een bewuste keuze wordt, komt er ruimte vrij voor andere dingen. Ik ben heel dankbaar dat ik daar op deze relatief jonge leeftijd al mee kan beginnen.