Ik ben een meisje van 21 jaar, dus ik hoef hier eigenlijk nog lang niet over na te denken. Mijn vriend, waarmee ik inmiddels bijna twee jaar een relatie heb, is echter wat ouder: 33 jaar. We zien best een toekomst samen, maar willen ons nog niet permanent aan elkaar binden. Gelukkig heeft mijn vriend (op dit moment) geen kinderwens. We zijn echte millennials: we zijn allebei hartstikke druk en zetten carrière voorop. Op dit moment is er in zijn leven geen ruimte voor een kind, en in het mijne al helemaal niet (ik studeer nog!).

Moet je daar dan niet snel over na gaan denken, omdat je vriend al best oud is?

Mensen vragen me wel eens: “Moet je daar dan niet snel over na gaan denken, omdat je vriend al best oud is?” Ik zeg dan: “Wel nee joh, mannen kunnen op latere leeftijd prima kinderen krijgen.” Mijn vader is ook 15 jaar ouder dan mijn moeder (ja ja, de appel valt niet ver van de boom!) en ik heb het nooit vervelend gevonden om een ‘oude’ vader te hebben. Dat kan natuurlijk nog komen, als hij bijvoorbeeld gaat dementeren als ik net dertig ben, maar er is geen haar op mijn hoofd die overweegt om ‘dan maar’ vroeg kinderen te krijgen.

Ik heb vanaf mijn puberteit geroepen dat ik nooit kinderen wil. Rond mijn zeventiende ben ik daar wat serieuzer over na gaan denken, en bleef ik bij mijn standpunt. Mijn belangrijkste redenen hiervoor zijn:

  • We leven in een vrij nare wereld en het lijkt niet echt beter te worden in de nabije toekomst, ik vind het geen fijn idee om een kind op deze wereld te zetten.
  • De wereld is hartstikke overbevolkt omdat iedereen maar zomaar kinderen aan het krijgen is, ik wil daar niet aan bijdragen.

De wereld is hartstikke overbevolkt omdat iedereen maar zomaar kinderen aan het krijgen is, ik wil daar niet aan bijdragen.

  • Ik zie mezelf totaal niet ‘die moeder’ zijn die kinderfeestjes organiseert en in de ouderraad zit.
  • De zus van mijn vriend heeft een tweeling gekregen en ik krijg soms een glimp mee van hoe zwaar dat is. Natuurlijk houdt ze heel erg van ze, maar ik vraag me soms af: zou zij wel eens een gevoel van spijt hebben? Dat durf ik haar niet te vragen.
  • Ook merk ik hoe groot de impact is geweest op haar zelfverzekerdheid m.b.t. haar lichaam. Ik voel me super in mijn eigen lichaam en zou het heel moeilijk vinden om dat op te moeten geven. Volgens mij is een zwangerschap hoe dan ook ontzettend ingrijpend voor je lichaam.

De laatste tijd spoken er echter ook andere gedachtes door mijn hoofd, zoals:

  • Ondanks dat we in een ellendige wereld leven, vind ik mijn eigen leven heel leuk en ben ik superblij dat ik leef.
  • Ik beschouw mezelf als een ‘goed gelukt’ persoon met bovengemiddeld veel talenten en potentie, oftewel ‘goede genen’. Ik denk dat mijn kinderen ook heel leuk zouden zijn (ha, en dan noemen ze vrouwen zonder kinderen egoïstisch…). Als ik geen kinderen krijg, zal ik me altijd blijven afvragen hoe mijn kinderen zouden zijn en zal ik altijd een gevoel blijven hebben dat het ‘zonde’ is van hoe fantastisch ik ben!
  • Ik ben mentaal heel gezond (o.a. door een fijne jeugd met meer dan genoeg liefde en aandacht), en denk daarom dat ik in staat ben om dit ook te geven aan een kind. Ik merk steeds meer dat het niet voor iedereen vanzelfsprekend is om zo’n zorgeloze thuissituatie te hebben gehad. Het voelt daarom wederom ‘zonde’ om het niet te doen.
  • Ik heb absoluut een zwak voor kinderen. Ik vind ze heel lief. Als ik op bezoek ben bij de zus van mijn vriend, wil ik niets liever dan knuffelen met de baby’s.

Als mensen me nu vragen of ik kinderen wil, zeg ik niet meer volmondig ‘nee’.

Ik zeg dan: “Misschien, maar ik weet niet of ik ooit op een punt kom in mijn leven waarop ik denk: en nu heb ik er behoefte aan en ruimte voor. Wel ben ik bang dat mijn ‘zwak’ voor baby’s en kinderen op den duur gaat exploderen en dat ik in de ‘val’ ga lopen waar iedereen in loopt. De irrationele, maar onweerstaanbare kinderwens zit zo diep geworteld in onze biologie, dat bijna iedereen als vanzelfsprekend kinderen krijgt.

Ik kan twee dingen doen in mijn leven:

  1. Ik kan het weerstaan, uit pure ratio. Maar dan zal ik me altijd af blijven vragen of ik de juiste beslissing heb gemaakt, want ik weet niet wat ik mis. Het irrationele gevoel van liefde voor baby’s en het romantische beeld van mij met mijn partner en een lieve baby erbij, zal ik nooit loslaten.
  2. Ik kan eraan toegeven, zoals de meeste mensen. Maar dan loop ik het risico dat ik er spijt van krijg en juist voor altijd blijf denken: hoe tof zou mijn leven zijn als ik die kinderen niet had?

Ik zou zo graag met veel moeders willen praten hierover, en dat ze dan echt eerlijk zijn.

Ik zou zo graag met veel moeders willen praten hierover, en dat ze dan echt eerlijk zijn. Ik zou ze willen vragen: “Als je het over mocht doen, zou je het dan weer doen?” Ik zou graag willen horen dat het het niet waard is; dat het romantische beeld wat je vooraf hebt totale onzin is; dat ik mijn vleugels moet spreiden omdat ik die kans nog heb. En als ze dat niet zeggen – als ze zeggen dat het het mooiste is dat er bestaat – zou ik willen voelen of ik me daarin kan verplaatsen of niet.

Gelukkig heb ik nog genoeg tijd om hierover na te denken. Het klinkt nu misschien alsof ik er heel erg mee zit; dat is totaal niet het geval. Maar als ik zo mijn gedachtes op een rijtje zet, merk ik wel hoe ingewikkeld ik deze kwestie vind!